In het julinummer van de
jaargang 1941 van het Nederlandse maandblad Studiën - katholiek cultureel
tijdschrift staat een
artikel, getiteld Tijd van oorlog. Tijd van voorspellingen.
Hierin keert dr. G. Gorris SJ, een katholiek historicus, zich tegen de
voorspellingen over het verloop en einde van de oorlog die de ronde
doen. Hij levert kritiek op de inhoud van deze voorspellingen, degenen
die ze hebben opgesteld, de uitgevers en op katholieke geestelijken die
er ruchtbaarheid aan geven in plaats van zich ervan te distantiëren en
hun parochianen te manen hun vertrouwen in God te (blijven) stellen.
Volgens Gorris is het hoogst twijfelachtig of de oorlogsvoorspellingen
het hechte Godsvertrouwen versterken en een evenwichtige gemoedsrust
bevorderen. In tijden van hevige woelingen, waarin de vooruitzichten op de
toekomst beangstigend zijn, zien veel mensen uit naar voorspellingen. Zo was het in
1870 tijdens de Frans-Duitse oorlog, zo was het in 1914-'18 tijdens de Eerste
Wereldoorlog en zo is het ook in de jaren waarin de Tweede Wereldoorlog
woedt. Veel mensen horen de voorspellingen witjes lachend aan. Ze maken
echter toch indruk. "Je kunt nooit weten...", "Het
mocht toch eens waar zijn..." en zo worden de toch al zo sterk
geladen gemoederen tot nog hoger spanning gedreven, aldus Gorris.[1]
Uit diverse publicaties blijkt dat de belangstelling voor de Profetieën
van Nostradamus na de Eerste Wereldoorlog verflauwde om eind jaren '30,
toen langzamerhand de contouren van een nieuw, gewapend Europees
conflict zichtbaar werden, weer op te leven. In het eerste gedeelte van de op 29 oktober 1939 gedateerde aflevering van de rubriek Letter
from Paris in de editie van 4 november 1939 van het
Amerikaanse weekblad The New Yorker bijvoorbeeld, heeft de
journalist Abbott Joseph Liebling
aandacht besteed aan het feit dat de
Parijse boekhandel Flammarion in de voorgaande maand, dus aansluitend op
de Duitse inval op 1 september 1939 in Polen, 3.000 exemplaren heeft verkocht van De Fontbrunes Les Prophéties de Maistre Michel
Nostradamus - expliquées et commentées. Hij schreef ook dat een dergelijke hausse
zich ook in andere boekhandels in Frankrijk voordeed. Met
andere woorden: na het uitbreken in september 1939 van de Tweede Wereldoorlog
nam de belangstelling in Frankrijk voor (commentaren op) de Profetieën van
Nostradamus beduidend toe, voorzover die belangstelling in de maanden
ervoor al niet was toegenomen.
Over die belangstelling schreef Liebling dat slechts weinig mensen hem te kennen
gaven Nostradamus
serieus te nemen. Dit zou erop kunnen duiden dat veel mensen heimelijk
geloof schonken aan wat in relatie met de Profetieën van Nostradamus
over de oorlog werd geschreven.[2]
"Zag"
Nostradamus dezen oorlog?
In september 1939 was Nederland min of meer getuige van de Duitse inval in
Polen. Duitsland had
te kennen gegeven de Nederlandse neutraliteit te eerbiedigen. Niettemin
was het Nederlandse leger eind augustus 1939 gemobiliseerd. De vraag
is of mensen in Nederland na de Duitse inval in Polen bang waren voor de toekomst en zich de Profetieën van Nostradamus en/of
commentaren erop gingen verdiepen. Artikelen over de Profetieën van
Nostradamus, gepubliceerd in kranten en tijdschriften in de tweede helft
van 1939, bevatten hierover wellicht informatie.
Het Nederlandse dagblad De Telegraaf
publiceerde op pagina 2 van
de ochtendeditie van 5 oktober 1939 het artikel "Zag" Nostradamus dezen
oorlog?, op naam van "Troubadour".[3]
Onder de titel stond in een kader in het vet de koptekst:
Een
commentaar die tot .... commentaren leiden kan en een revolutie in
Engeland met Duitschen steun (!) waarvoor 1939 als jaar genoemd wordt.
Uit de eerste alinea's van "Zag" Nostradamus dezen oorlog? blijkt
dat de aanleiding voor het schrijven van dit artikel de in voorgaande maanden sterk opgeleefde belangstelling voor de Profetieën van
Nostradamus was. Of in
Nederland de belangstelling voor de Profetieën sterk was opgeleefd,
komt uit het artikel niet naar voren. "Troubadour"
verwijst niet naar Nederland maar naar "een in
1938 in Parijs verschenen 300 pagina's tellend boek, waarin de Fransman
De Fontbrune commentaar leverde op de twaalf boeken van Les
Vrayes Centuries et Prophéties".[4]
In de editie van 9 februari 1940 van De Groene Amsterdammer werd
in het artikel Frankrijk zoekt inspiratie bij de astrologie gewag
gemaakt van een hausse in de verkoop van Nostradamusliteratuur. Dit
artikel is een vertaling van het eerste gedeelte van de op 29 oktober 1939 gedateerde aflevering van de rubriek Letter
from Paris in de editie van 4 november 1939 van het
Amerikaanse weekblad The New Yorker.
De redactie van De Groene Amsterdammer heeft aan deze vertaling
geen informatie toegevoegd over de verkoop in Nederland van
Nostradamusliteratuur. Dit zou kunnen betekenen dat zich in Nederland in
1939/'40 geen hausse in de verkoop van Nostradamusliteratuur heeft
voorgedaan, met andere woorden: dat de Nederlandse bevolking in die
periode niet en masse haar heil bij de Profetieën van Nostradamus
zocht. Een inventarisatie van talrijke bibliotheekcatalogie heeft
uitgewezen dat in Nederland in de jaren tussen 1715 en 1940 geen enkel
boek over Nostradamus en zijn Profetieën is uitgegeven, of het nu een
oorspronkelijk Nederlands boek betrof of een vertaling. Het boek dat in
1715 was uitgegeven, was een vertaling uit het Engels; het boek dat in
1940 was uitgegeven, was een vertaling van een Duitse
nationaalsocialistische brochure. De aandacht voor Nostradamus in
Nederlandse dag- en weekbladen was in deze periode minimaal. Met andere
woorden: eeuwenlang was de meerderheid van de Nederlandse bevolking niet
geïnteresseerd in de Profetieën van Nostradamus. Dit kan de verklaring
zijn voor het uitblijven van een hausse in de verkoop van
Nostradamusliteratuur in Nederland in het eind van de jaren '30.[5]
Het is het niet ondenkbaar dat een aantal Nederlanders zich in
september 1939 naar
aanleiding van de Duitse inval in Polen hebben afgevraagd of Nostradamus dit had voorzien. "Troubadour"
heeft in twee commentaren op de
Profetieën van Nostradamus nagegaan wat daarin over de jaren 1939 en
verder geschreven was en of dat steekhoudend was. Hij vergeleek het
commentaar in De Fontbrunes Les Prophéties [...] met betrekking tot
1939-'42 met het commentaar in Uittrekzel
der voorzeggingen van Michael Nostradamus, een in 1715 bij Hendrik
Blank in Amsterdam verschenen Nederlandse vertaling van een voorzover
"Troubadour" wist anoniem
Engels commentaar op de Profetieën van Nostradamus.[6]
Met betrekking tot de Franstalige teksten van de in beide commentaren besproken kwatrijnen heeft hij de kopie-Piobb-1938
van de editie-Amsterdam-1668 van de Profetieën van Nostradamus erop
nageslagen.
"Troubadour" tekent aan dat de
voorspellingen in de Profetieën in een duistere taal zijn
opgesteld en in een willekeurige volgorde geboekstaafd zijn. Hierdoor bestaan er volgens hem legio uitleggingen
van deze voorspellingen; men leidt eruit af wat men passend vindt. Dit
maakt het lastig om uit de voorspellingen van Nostradamus diens visie te
destilleren op de oorlog die in september 1939 was uitgebroken.
"Troubadour"
schrijft dat
volgens De Fontbrune in de kwatrijnen 10-100, 03-57, 02-68, 08-37,
03-01, 02-78, 03-32, 03-71, 04-15, 02-51, 08-76, 02-100, 09-49, 10-22,
10-38, 10-39 en 08-97 een op handen zijnde ondergang van het Britse Rijk
is voorspeld, daarmee doelend op de inhoud van hoofdstuk XXII. Hij vergelijkt dit met
het commentaar op kwatrijn 03-57 in Uittrekzel der voorzeggingen
[...],
waarin wordt gesteld dat in Engeland zich in of omstreeks 1939 de
laatste revolutie zal voltrekken in een serie van zeven die in 1649 is
begonnen, waarbij de Britse dynastie in stand blijft. De derde regel van
kwatrijn 03-57 eindigt met de woorden appuy Germanique - Duitse
steun. "Troubadour", die schrijft niet te weten waar die woorden
betrekking op hebben, merkt op dat het jaar 1939 onwillekeurig de
aandacht trekt, wat veroorzaakt wordt door de Duitse inval in Polen in
september van dat jaar.
Van mening zijnde dat de looptijd van de Profetieën van Nostradamus
zich tot het jaar 2000 uitstrekt, zou men volgens "Troubadour"
moeten aannemen dat de voorspellingen van Nostradamus over Engeland
betrekking hebben op de jaren '40 of de jaren '50. De Fontbrune plaatst
deze voorspellingen in de periode 1940-'42. "Troubadour" wekt de indruk een toeschouwer vanaf de
zijlijn te zijn die in de duistere voorspellingen van Nostradamus tussen
alle onduidelijkheden in (Duitse steun voor Engeland, bijvoorbeeld) iets
opvallends onder de aandacht van zijn lezers wil brengen: het jaartal
1939. Hij lijkt zich niet af te vragen
welke gevolgen de uitgebroken oorlog voor Nederland zal hebben, of
Nederland bij de oorlog betrokken zal raken en wat in de Profetieën van
Nostradamus over de nabije toekomst van Nederland is voorspeld. Met
betrekking tot de betekenis van de woorden appuy Germanique,
realiseert hij zich kennelijk niet dat Engeland (en Frankrijk) op 3
september 1939 Duitsland de oorlog verklaarde, wat naar mijn mening
iedere vorm van Duitse steun aan een revolutie in Engeland uitsluit,
behalve nationaalsocialistische ondersteuning van een poging een einde
te maken aan het koningschap van George VI...
|
Gekleurde
bril
"Troubadour" laat
in het midden of De Fontbrune of de anonieme Engelse commentaarschrijver
het bij het
rechte eind heeft als het om de nabije toekomst van Engeland gaat.
Regelmatig houdt hij hen voor dat zij de Profetieën van
Nostradamus met een gekleurde bril onderzoeken. De Fontbrune, als zijnde
Fransman, onderzoekt de Profetieën volgens hem vanuit Frans oogpunt en komt tot de
conclusie dat Engeland ten onder zal gaan terwijl Frankrijk onder een
nieuwe koning tot macht en aanzien zal stijgen. De anonieme
Britse commentaarschrijver wordt voorgehouden de Profetieën vanuit Brits
oogpunt te onderzoeken en het eeuwige voortbestaan van de Britse
dynastie in het vooruitzicht te stellen.
In een aantal commentaren in Les Prophéties [...] geeft
De Fontbrune uiting aan zijn royalistische gezindheid. Zo bezien is de
kritiek van "Troubadour" terecht. In het geval van Uittrekzel
der voorzeggingen [...] is zijn kritiek niet steekhoudend. Het eraan
ten grondslag liggende Engelse boek is een vertaling van Merckwürdige
Fata der Gross-Britannischen Crone, sint der Zeit, da die Religion
reformiret worden, schon damahls verkündiget durch den Welt-berühmten
Propheten Michael Nostradamus,
der Anno 1566 gestorben, jetzt aber aus dessen Vaticiniis, so in
jedermans Händen mit Fleiss zusammen gesuchet, und mit einer kurtzen
Erzehlung der Geschichten erleutert von D.D. (Hamburg,
1714). De
initialen D.D. staan voor Dietrich von Dobbeler (1663-1718), een in
Hamburg gevestigd Duits koopman. Von Dobbeler is ook de auteur
van Der
Göttliche Raht-Schluß das Haus Chur-Braunschweig auff den Groß-Britannischen
Thron zu erheben - Schon vor Neunzig Jahren beschrieben In den
bekannten Kötterischen und Poniatovischen Revelationen - Versiegelt
befindlich - Jetzt mit Fleiß daraus excerpiret, entsiegelt und erkläret
von D.D. (Hamburg, 1714).
|
De
datering van de looptijd van kwatrijn 03-57
In "Zag" Nostradamus dezen oorlog? luidt de Franstalige
tekst van kwatrijn 03-57 als volgt:
Sept
fois changer verrez Gent Brittannique,
Tainte en sang en deux cents nonante ans:
France? non point! par appuy Germanique,
D'Ariès double son Pôle Basharian.[7]
In de
tweede regel van kwatrijn 03-57 is met de woorden en deux cents nonante ans de looptijd van
dit kwatrijn aangegeven: 290 jaar. Wat ontbreekt,
is het jaar waarin die looptijd begint. Ook het jaar waarin die looptijd eindigt, ontbreekt. Het is dus volstrekt onduidelijk welke
periode de opsteller van dit kwatrijn voor ogen had bij het schrijven
ervan. Naar de mening van ondergetekende is het dan ook onmogelijk om
deze periode te dateren. In kwatrijn 03-57 komt het jaar 1939 op geen enkele manier ter
sprake, wel in het commentaar erop in Uittrekzel der voorzeggingen
[...].
In "Zag" Nostradamus dezen oorlog? heeft
"Troubadour" aandacht besteed aan de verschillen tussen Les
Prophéties [...] en Uittrekzel der voorzeggingen [...] wat
betreft het commentaar op kwatrijn 02-51. Volgens De Fontbrune is de
aanduiding vingt trois et six in de tweede regel van dit kwatrijn
een verwijzing naar het feit dat George VI (six), regerend vorst
in Engeland ten tijde van
het schrijven van Les Prophéties [...], de 23e (vingt trois) regerend vorst is, gerekend vanaf
het koningschap van Henry VII. In Uittrekzel der voorzeggingen [...] is kwatrijn
02-51 gekoppeld aan de grote brand die in 1666 in Londen heeft
gewoed (vingt trois et six: 20 x 3 + 6 = 66).
"Troubadour" heeft wel aandacht besteed aan wat in Uittrekzel der
voorzeggingen [...] over kwatrijn 03-57 is geschreven, maar niet aan
het commentaar erop in Les Prophéties [...]. In de tabel hieronder zijn
de geschiedkundige opsommingen in deze twee commentaren weergegeven. Wat
opvalt, is het verschil tussen deze commentaren wat betreft de datering
van de looptijd van 290 jaar en het verschil in de aard van de
gebeurtenissen die volgens deze commentaren worden bedoeld met de
aanduiding Sept fois changer in de eerste regel van kwatrijn
03-57.
Uit Uittrekzel der voorzeggingen [...] kan worden afgeleid dat de
tweede regel van kwatrijn 03-57 is geïnterpreteerd als een verwijzing
naar een bloedbad (Tainte en sang) dat het begin vormt van een
periode van 290 jaar (en deux cents nonante ans). Volgens Uittrekzel
der voorzeggingen [...] is dit een verwijzing naar de onthoofding in
1649 van de Britse koning Charles I, zodat in Uittrekzel der
voorzeggingen [...] de looptijd van kwatrijn 03-57 zich uitstrekt
van 1649 tot 1939. Na de revolutie in 1939,
die niet door Frankrijk, maar door Duitsland wordt gesteund, zet het Britse koningshuis de
lijn onafgebroken voort.
De Fontbrune
begint zijn commentaar op kwatrijn 03-57 met een verwijzing naar een in
1657 gesloten Brits-Franse alliantie tegen Spanje en lijkt het
jaar 1657 te beschouwen als het begin van de looptijd van 290 jaar.
Hieruit volgt dat in de ogen van De Fontbrune de looptijd van kwatrijn
03-57 in 1947 eindigt. In de zes oorlogen die De Fontbrune voor deze
periode in aanmerking neemt, stond Engeland afwisselend aan de zijde van Frankrijk en aan
de zijde van Frankrijks tegenstanders. Omdat Engeland in de Eerste
Wereldoorlog, die in het commentaar van De Fontbrune op kwatrijn 03-57
de zesde oorlog is in een serie van zeven, aan de zijde van Frankrijk
vocht, verwachtte hij dat Engeland zich in 1947 in de zevende oorlog tegen Frankrijk zou
keren met een voor Engeland desastreus gevolg: het verlies van vloot en
wereldrijk.
# |
Uittrekzel
der voorzeggingen[...] in "Zag" Nostradamus dezen oorlog? |
Les
Prophéties [...] (De
Fontbrune-1939-V, p.258) |
1 |
1649 |
Onthoofding
Charles I |
1667 |
Spaanse
Successieoorlog. Engeland, Nederland en Zweden tegen Frankrijk |
2 |
1660 |
Terugkeer
Charles II |
1672 |
Hollandse
Oorlog. Frankrijk, Engeland en Zweden tegen Nederland |
3 |
1685 |
James
II herstelt de katholieken in hun rechten |
1688 |
Oorlog
van de Liga van Augsburg. Engeland tegen Frankrijk |
4 |
1689 |
Afzetting
James II door Willem III |
1716 |
Ondertekenen
van een Brits-Frans verbond ter bewaking van de Vrede van Utrecht |
5 |
1711 |
Herstel
en nieuwe vetes tussen Tories en Whigs |
1744 |
Oostenrijkse
Successieoorlog. Engeland tegen Frankrijk |
6 |
1714 |
George
I herstelt de orde |
1914 |
Eerste
Wereldoorlog. Engeland en Frankrijk strijden samen |
7 |
1939 |
Laatste
revolutie, het Britse koningshuis blijft in stand |
1947 |
Engeland
tegen Frankrijk. Engeland zal haar vloot en wereldrijk verliezen |
De koppeling in
Duitsland van kwatrijn 03-57 aan de Duitse inval in Polen
In "Zag" Nostradamus dezen oorlog? heeft "Troubadour"
geen aandacht besteed aan opvattingen in Duitsland over de Profetieën
van Nostradamus of aan wat er gebeurde na de Duitse inval in Polen.
In
Duitsland concludeerden een aantal mensen kort na de Duitse inval in Polen dat
dit de vervulling was van kwatrijn 03-57. Zij baseerden dit op hetzij
het commentaar op kwatrijn 03-57 in Die Weissagungen des Nostradamus hetzij
het geciteerd zijn van delen van dit commentaar in Mysterien von
Sonne und Seele.
In
de jaren tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog verschenen in Duitsland een aantal
commentaren op de Profetieën van Nostradamus, waaruit wrok sprak tegen
de vernedering die Duitsland voelde door het Verdrag van Versailles. Volgens
Carl Loog, de schrijver van Die Weissagungen des Nostradamus, zou
Duitsland zich langzamerhand herstellen en na 200 jaar tot een
wereldmacht zou zijn uitgegroeid. In zijn commentaar op kwatrijn 03-57
schreef hij dat zich in Engeland rond 1939 de laatste crisis zou
voordoen in een serie van zeven, waarbij er zich ook een crisis zou
voordoen in het wederopgestane Polen. Loog was van mening dat de
aanduiding Pole Bastarnan een zinspeling was op het vroegere
Bastarnië, dat in zijn tijd deel uitmaakte van Polen.
Loog had de datering van de looptijd van kwatrijn 03-57 en de aard van
de zes crises die zich tussen 1649 en 1714 in Engeland hadden
voorgedaan, stilzwijgend uit Von Dobbelers Merckwürdige
Fata der Gross-Britannischen Crone [...] overgenomen. Over de
aard van de crises in Engeland en Polen (oorlog, revolutie, economische
crisis enz.) kon Loog geen informatie geven. Wel schreef hij dat rond 2100 een grootschalig Europees conflict
zou uitbreken
waarbij Duitsland betrokken zou zijn en dat Duitsland volgens een bepaalde historische wetmatigheid
200 jaar nodig zou
hebben om zich weer tot wereldmacht op te
werken.[8] Een jaar later, in 1922, haalde dr. Hans-Hermann Kritzinger op pagina
136 van Mysterien von
Sonne und Seele, schrijvende over de op handen zijnde
ondergang van Engeland, het commentaar van Loog op kwatrijn 03-57. Het jaartal 1939 was op pagina 136 vet gedrukt, het enig
vet gedrukte jaartal in dit boek. In zijn commentaar op kwatrijn 03-57
in Nostradamus - Prophetische Weltgeschichte von 1547 bis gegen 3000 (Berlijn,
1928) nam Bruno Noah uit Loogs commentaar op kwatrijn 03-57 de serie van
zes crises in Engeland in de periode 1649-1714 over om af te ronden met
de opmerking dat Gods strafgericht tegen Engeland zich niet voor 1939
zou voltrekken.[9]
In 1939 verscheen bij uitgeverij Regulus in Görlitz Nostradamus
und seine Prophezeiungen für das zwanzigste Jahrhundert. Hierin
stelde dr. Bruno Winkler, die dit boek in de zomer van 1938 had
voltooid, dat Nostradamus in kwatrijn
03-58 de geboorte en opkomst van Hitler had voorspeld. Volgens Winkler
lag er voor het Duitsland onder Hitler een geweldige toekomst in het
vooruitzicht, in harmonie met haar buurlanden, waaronder Polen. En
passant merkte hij op dat Loog het bij het verkeerde eind had gehad.
Loog had geschreven dat het naoorlogs herstel van Duitsland 200 jaar in
beslag zou nemen. Winkler stelde aan de hand van de Profetieën van
Nostradamus vast dat voor dat dit herstel in 20 jaar was bereikt.[10]
Na de Duitse inval in
Polen meenden een aantal Duitsers op grond van Loogs commentaar op kwatrijn 03-57
dat Nostradamus hierin de Duitse inval in Polen had voorspeld, waardoor
Engeland in een ernstige crisis belandde. Zij beschouwden kwatrijn 03-57
dan ook als zijnde vervuld. Het commentaar van Loog werd wijd en zijd bekend in
Duitsland, iets dat ook buiten de grenzen van Duitsland werd opgemerkt.[11]
In 1940 bracht de Johannes Baum Verlag in Pfullingen in Württemberg,
die in 1921 en 1922 in totaal zes edities van Die Weissagungen des
Nostradamus had uitgegeven, waarna het boek niet meer verscheen, twee herdrukken
ervan op de markt. Toen eind 1940 in Duitsland geruchten de ronde deden
dat de Britse koning uit Engeland zou vluchten, claimde Loog in een
ingezonden brief in Der Reichswart, bedoeld als verweer tegen
kritiek op de Profetieën van Nostradamus, dat Nostradamus de gang van
zaken rond het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog had voorzien en dat
hij, Loog, dit in Die Weissagungen des Nostradamus tot in detail
had beschreven.[12]
De
nationaalsocialistische brochure Was bringt das Jahr 1940?
Ook bij Duitsers die
het nationaalsocialisme op een of andere wijze een warm hart toedroegen,
raakte de commentaren van Loog en Kritzinger bekend. Dit leidde tot het
gebruik van de Profetieën van Nostradamus en commentaren erop voor
propaganda, met als doel het moreel van de vijand te ondermijnen.
Op 25 september 1939 bracht Konrad Schuppe, voorzitter van het Deutsche
Gesellschaft für wissenschaftlichen Okkultismus, een fotokopie van
pagina 136 van het uit 1922 datererende Mysterien von Sonne und Seele naar het
Propagandaministerie, waarop Kritzinger Loogs commentaar op kwatrijn
03-57 had aangehaald. Schuppe benadrukte ten overstaan van een
medewerker van het Propagandaministerie dat het jaartal 1939 vet was
gedrukt.
Uit het overhandigen van een kopie van pagina 136 van Mysterien
von Sonne und Seele aan het Propagandaministerie valt op te maken
dat Schuppe kwatrijn 03-57 aan de Duitse inval in Polen had gekoppeld,
waarmee de ondergang van Engeland zou worden ingeluid. Hem werd gevraagd
hierover een voordracht te houden voor medewerkers van de afdeling Auslandspresse
van het Propagandaministerie. De medewerker van het Propagandaministerie
die Schuppe te woord stond, overwoog verder via de korte-golf-zender
hieraan in Engeland ruchtbaarheid te geven, gelet op het grote aantal
bijgelovige Britten.[13] Mij is niet bekend of Schuppe voor medewerkers van de afdeling Auslandspresse
een voordracht over kwatrijn 03-57 heeft gehouden of dat men naar
aanleiding van zijn bezoek een radioprogramma heeft vervaardigd die in
Engeland werd uitgezonden.Of Schuppe gehoord is door dr. Paul Joseph
Goebbels, is mij evenmin bekend. Volgens Kritzinger zou zijn commentaar
in Mysterien von Sonne und Seele kort na de Duitse inval in Polen
de aandacht hebben getrokken van Goebbels' echtgenote. Goebbels zou door
haar - en onafhankelijk van haar door vier niet nader genoemde personen
- op Mysterien van Sonne und Seele geattendeerd zijn.[14]
In de dagboeken van Goebbels komt Nostradamus voor het eerst ter sprake
in de dagboekaantekening van 22 november 1939 met betrekking tot de
avond van 21 november 1939. Goebbels schreef dat hij die avond, moe en
ziek, op tijd naar bed was gegaan en lange tijd Nostradamus had gelezen. Hij vond
het voor Duitsland zeer interessant.
Als de gewaagde commentaren zouden kloppen, zou er voor Engeland niets
meer te lachen zijn, schreef hij.
Op 22 november 1939 bracht Goebbels Nostradamus ter sprake in een
onderhoud met Hitler. Aansluitend besprak hij met onder andere prof. dr.
Bömer, hoofd van de afdeling Auslandspresse, over het
intensiveren van de propaganda in het buitenland. Op 23 november 1939 gaf Goebbels Hans-Wolfgang Herwarth von Bittenfeld,
werkzaam op de afdeling Auslandspresse, opdracht een
Nostradamusbrochure te schrijven, bestemd voor de neutrale landen. De
wereld zat immers vol wazig bijgeloof. Waarom zou hij dat niet uitbuiten
om er de tegenstander mee onderuit te halen?[15]
Het resultaat van de opdracht van Goebbels was een typescript, getiteld Was bringt das Jahr
1940? Die Antwort geben uns "Les vrayes Centuries et Propheties de
Maistre Michel Nostradamus. De tekst van Was bringt das Jahr 1940? is voor het overgrote
deel het resultaat van het overnemen van fragmenten uit vijf commentaren
op de Profetieën van Nostradamus. Eén van deze commentaren was Loogs Die Weissagungen des Nostradamus. Hieruit heeft Herwarth von Bittenfeld
onder andere het commentaar op kwatrijn 03-57 overgenomen, inclusief de opsomming van
veranderingen die zich in Engeland tussen 1649 en 1714 hadden voltrokken
die Loog, zoals uit het voorgaande is gebleken, had ontleend aan het
commentaar van Dietrich von Dobbeler op kwatrijn 03-57, waarvan
"Troubadour" de Nederlandse vertaling onder ogen had gehad. Uit De Fontbrunes Les Prophéties [...]
heeft Herwarth von Bittenfeld in Was bringt das Jahr 1940? de
commentaren overgenomen op de kwatrijnen 08-57, 02-78, 03-32, 03-74, 08-97 en 02-85
overgenomen, waarin De Fontbrune had betoogd dat in deze kwatrijnen de op handen zijnde ondergang
van Engeland was voorspeld en die "Troubadour" in oktober 1939
in De Telegraaf had aangehaald.
"Troubadour" heeft, de commentaren van De Fontbrune en
"de anonieme Engelsman" in hun oorspronkelijke context
onderzoekend, tegenstrijdigheden gesignaleerd en beschreven. Herwarth
von Bittenfeld heeft deze commentaren uit hun oorspronkelijke context
gehaald en van een nieuwe context voorzien: de loop van de geschiedenis
ten gunste van "de Duitse zaak", om de tegenstanders van
Duitsland de stuipen op het lijf te jagen.[16]
De Meern, 9
augustus 2013,
T.W.M. van Berkel
Noten
De titels, de
plaats en het jaar van uitgifte van de publicaties van de in deze noten
genoemde auteurs staan in de bibliografie.
-
In de editie van 23 juli 1941 van het Limburgsch Dagblad is
in het artikel Tijd van oorlog Tijd van voorspellingen - de
ongezonden voorspellingsdrift van heden uitvoerig geciteerd uit
het gelijknamige artikel van Gorris dat in Studiën was
verschenen. [tekst]
-
The
New Yorker, 4 november 1939. Zie ook: Van
Berkel: Met dr. De
Fontbrune de wereld rond: New York, 1939; Amsterdam, 1940;
Willemstad, Ned. Antillen, 1941. [tekst]
-
Het
artikel "Zag" Nostradamus dezen oorlog? is online
in te zien op www.kranten.kb.nl.
Het is niet duidelijk wie achter het pseudoniem
"Troubadour" schuilging. [tekst]
-
De
eerste druk van De Fontbrunes Les Prophéties de Maistre Michel
Nostradamus - expliquées et commentées verscheen in 1938 bij
uitgeverij Michelet in Sarlat, Dordogne en had een omvang van 300
pagina's. [tekst]
-
Van
Berkel: Nostradamusliteratuur: overzicht
titels Nederland 1649 - 2001. [tekst]
-
Uittrekzel
der voorzeggingen [...] is de vertaling van The prophecies of Nostradamus concerning
the fate of all the kings and queens of Great Britain since the
Reformation. Now made in English by D.D. (Londen, 1715). [tekst]
-
In
de kopie-Piobb-1938 (de editie-Amsterdam-1668) luidt de tekst van
kwatrijn 03-57 als volgt:
Sept fois
changer verrez gent Brittannique,
Tainta en sang en deux cents nonante an:
France, non point par appuy Germanique,
Ariez doubte son pole Bastarnan.
Het is niet duidelijk uit welke uitgave de Franstalige tekst van
kwatrijn 03-57 afkomstig is, die geciteerd is in "Zag"
Nostradamus dezen oorlog?.
In Uittrrekzel der voorzeggingen [...] luidt de vertaling van
Van Dobbelers versie van kwatrijn 03-57 als volgt:
Zeven Revoluties zullen in de Britsche Natie gezien worden
Binnen den omtrek van tweehonderd en negentig Jaaren, van de tijd
af, dat die met bloed besmet wierd.
Dezelve zal op generly wyze door VRANKRYK, maar door een HOOGDUITS
HUIS ondersteund worden
Totdat de Gemini hunne loop van Ariës tot de dubbele Kruiskringen
zullen geëindigd hebben.
Deze vertaling bevat tal van elementen die niet voorkomen in de
oud-Franse tekst van kwatrijn 03-57 in bijvoorbeeld de
editie-Amsterdam-1668. [tekst]
-
Loog-1921-VI,
p.68-69 en p.84. [tekst]
-
Noah,
p.156-157. [tekst]
-
Winkler-1939,
p.45. [tekst]
-
Kritzinger
in gesprek met Howe in: Howe-1995, p.221; Salamar (Stockholm, 1940), p.71.
[tekst]
-
Zie: Van
Berkel: Prophete
rechts - Prophete links War Nostradamus wirklich Scharlatan und
Betrüger? (C. Loog in Der Reichswart, 12 december
1940). [tekst]
-
Schuppe
aan het hoofd van de Berlijnse politie, 25 september 1939 (Landesarchiv,
Berlin, A.Pr.Br. Rep. 030-04 Nr. 327). [tekst]
-
Kritzinger
in gesprek met Howe in: Howe-1995, p.220. [tekst]
-
Fröhlich,
p.206-209. [tekst]
-
Van
Berkel: Was bringt das Jahr 1940? Die Antwort geben uns "Les
vrayes Centuries et Propheties de Maistre Michel Nostradamus (Hans-Wolfgang
Herwarth von Bittenfeld, prof. dr. Karl Bömer, Leopold Gutterer,
Berlijn, 1939).
In 1940 is Was bringt das Jahr 1940? in acht vertalingen in
omloop gebracht. De titel van de Nederlandse vertaling luidde: Hoe
zal deze oorlog eindigen? een belangwekkende en actueele beschouwing
op grond der voorspellingen van Michel Nostradamus gegeven in
"Les vrayes Centuries et Prophéties"; samengesteld uit de
nagelaten geschriften van Jean François Pasteur.
[tekst]
|